HSMR

Standardised mortality ratios as a userfriendly performance metric and trigger for quality improvement in a Flemish hospital network: multicentre retrospective study

Waarom HSMR?

Overlijden in het ziekenhuis wordt in de literatuur sinds een tiental jaren naar voor geschoven als een “vinger aan de pols” indicator of “smoke signal” voor algemene kwaliteitszorg.
Hoeveel patiënten overlijden er jaarlijks in een ziekenhuis? Het lijkt een eenvoudige vraag. Maar door simpelweg een telling bij te houden, kun je sterftecijfers van ziekenhuizen niet met elkaar vergelijken. Het ene ziekenhuis is bijvoorbeeld veel groter dan het andere. En in ziekenhuis A worden vooral orthopedische operaties uitgevoerd, terwijl in ziekenhuis B veel mensen met kanker behandeld worden.
De kwaliteit van de registratie van de gegevens is cruciaal bij het opstellen van de HSMR indicator. Door gebruik te maken van de “Minimale Ziekenhuis Gegevens” (MZG), een uniforme registratie voor alle ziekenhuizen in België, neemt de kwaliteit van HSMR toe in vergelijking met internationale benchmarks.

Berekening

De HSMR is de verhouding tussen het “werkelijke” en het “verwachte” aantal sterfgevallen in een ziekenhuis. Met “verwachte sterfte” wordt bedoeld: de sterfte die op basis van het patiënten profiel en een gekozen referentiepopulatie kan worden verwacht. Als het gestandaardiseerde sterftecijfer uitkomt op 1, dan komt de werkelijke sterfte overeen met de verwachte sterfte. Wanneer het sterftecijfer bijvoorbeeld 0.95 is, is de werkelijke sterfte lager dan verwacht en bij een sterftecijfer van bijvoorbeeld 1.08 is het juist hoger dan verwacht.
Het ene ziekenhuis heeft meer patiënten met levensbedreigende pathologieën dan een ander ziekenhuis, daarenboven kan de gemiddelde complexiteit van de pathologie verschillen. Daarom gaat het bij de HSMR om de “gecorrigeerde” verwachte sterfte. Er wordt gecorrigeerd voor patiëntfactoren en factoren die mede de context bepalen, die wel de kans op sterfte verhogen maar niets te maken hebben met de kwaliteit van zorg.
Mogelijke verklarende/bepalende factoren (covariaten) die werden geïncludeerd in de modellen van het VznkuL netwerk zijn:

  1. leeftijd
  2. geslacht
  3. geplande of ongeplande opname
  4. herkomst
  5. comorbiditeiten
  6. jaar van opname

Opvolging

Via de WG Hoofdartsen - Voorzitters Medische Raad werden methoden aangeleverd om met de resultaten van HSMR in het ziekenhuis aan de slag te gaan.

Validatie

Voor de validatie van de gegevens hebben we ons gebaseerd op de validatie piramide van dr. Foster Intelligence.

  1. check codering (is er een goed proces van registratie en codering van diagnoses en nevendiagnoses, is de documentatie waarop de codering gebaseerd is uitgebreid genoeg)
  2. check case mix (is er over de tijd een buitengewone verschuiving in patiëntenpopulatie gebeurd)
  3. check structuur (werkt het ziekenhuis en zijn nabijgelegen gezondheidzorgpartners op een andere wijze: bijvoorbeeld is er palliatieve zorg; hoe is de link met zorgtehuizen)
  4. check proces
  5. check team/individu

Do's en don'ts

Een belangrijke vraag is “hoe gaan we aan de slag met deze informatie”. De manier waarop er met deze informatie wordt omgegaan is van zeer groot belang. De HSMR oefening binnen VznkuL wil dit proces bij wijze van spreken in een soort van labo-omgeving aansnijden, waarbij nauwgezet wordt stilgestaan bij de methodiek. In de literatuur vinden we alvast volgende richtlijnen terug.

Zeker doen

  • Monitor op regelmatige basis (maandelijks, 2-maandelijks).
  • Rapporteer aan bestuur op kwartaal basis.
  • Vlag en auditeer elk in-ziekenhuis overlijden.
  • Maak gebruik van bestaande overleg groepen zoals “mortality and morbidity meetings”, “patient safety committees”.
  • Onderzoek elk alarm/alert in een open en transparante wijze.

Zeker vermijden

  • Ervan uitgaan dat het slechts codering is.
  • Negeer het probleem.
  • Denk dat HSMR de enige indicator is die van belang is.
  • Probeer schuld toe te wijzen.
  • Wees zelfgenoegzaam als uw HSMR laag is (controleer wel ook de SMR).
  • Wacht tot externe organisaties bezorgdheid uiten.
  • Negeer de behoefte aan training m.b.t. kwaliteitsonderzoek en HSMR